Supercellen, rukwinden, bliksem, hagel of overstromingen: stormjagers krijgen regelmatig te maken met gevaarlijke fenomenen. Kunnen we daaruit dan ook meteen besluiten dat stormjagen een gevaarlijke bezigheid is? In deze blogpost overlopen we de belangrijkste risicofactoren van het chasen en hoe je ze kunt voorkomen.
De slachtoffers
Christopher Phillips is de eerste gesneuvelde stormjager waarover we informatie terugvinden. De onfortuinlijke student meteorologie overlijdt in 1984 op 21-jarige leeftijd wanneer zijn auto over de kop gaat nadat hij een konijn op de weg probeerde te ontwijken. Voor een volgende fataal ongeluk moeten we al doorzappen naar 2005: Jeff Wear is op de terugweg van een orkaanchase wanneer hij door aquaplaning de controle over het stuur verliest en op een vrachtwagen botst.
Daarna lijken de dodelijke ongevallen elkaar sneller op te volgen, zonder twijfel een gevolg van de toegenomen populariteit van het chasen. In 2009 komt Fabian Guerra om het leven wanneer hij frontaal op een tegenligger botst nadat hij moest uitwijken voor een hert op de rijbaan. Hij was op weg naar een ontmoeting met twee andere chasers om die dag samen op pad te gaan. Een paar jaar later, in 2012, botst een dronken spookrijder frontaal op Andy Gabrielson; geen van beiden overleeft de klap.
Pas in 2013 zijn extreme weersomstandigheden voor het eerst de rechtstreekse oorzaak van dodelijke slachtoffers. Op de gitzwarte 31ste mei van dat jaar komen de legendarische chasepionier Tim Samaras, zijn zoon Paul Samaras en Twistex-teamgenoot Carl Young om het leven wanneer de historische El Reno-tornado hun vastgelopen auto inhaalt en hem als een stuk speelgoed door de velden katapulteert. Later vinden wetenschappers, die het schadespoor van de El Reno-tornado onderzoeken, ook nog het levenloze lichaam van Richard Charles Henderson, een amateur-stormjager. Hij is de vierde stormjager die op die vreselijke dag in mei 2013 het leven laat.
In maart 2017 komen met Corbin Jaeger, Kelley Williamson en Randall Yarnall opnieuw drie stormjagers om. Wanneer Yarnall en Williamson met hun SUV een stopbord negeren, knallen ze zo hard op de auto van Jaeger dat geen enkele van de betrokkenen de klap overleeft. Op het moment van het ongeval livestreamden Yarnall en Williamson hun chase voor The Weather Channel. Jaegers familie heeft een rechtzaak aangespannen en eist een schadevergoeding die in de miljoenen dollar loopt.
De Australiër Dale Sharpe is voorlopig de laatste in de rij van betreurde stormchasers. In 2019 heeft hij een aanrijding met een hert, waarop zijn auto begint te roken. Sharpe stapt uit en wandelt naar een veilige plaats, weg van zijn vermoedelijk brandende auto, wanneer hij door een ander voertuig wordt weggemaaid.
De gevaren
Zoals uit deze voorbeelden blijkt, vormen verkeersongevallen het grootste risico. Dat hoeft niet te verwonderen: stormchasen bestaat voor 90% uit met de auto naar een onweer toe rijden, ervan wegrijden of ernaast rijden. Tijdens het chasen staan de zintuigen meestal op scherp omdat je met allerhande factoren rekening moet houden, maar juist daarom is het letterlijk van levensbelang om de aandacht eerst en vooral op de weg en de directe omgeving te houden.
Van de meteorologische facetten waarmee we in contact komen, vormt regen een eerste risico. Hoewel deze factor bijna perfect te voorspellen valt, is de enige mogelijke route soms dwars erdoorheen. Intense regenval kan de weg spiegelglad maken, maar kan het zicht ook plots tot een paar meter belemmeren. Al dan niet in combinatie met hevige rukwinden vormt intense regen soms een muur, waardoor rijden bijna onmogelijk wordt: even halthouden langs de weg tot het ergste voorbijgaat, is dan de enige juiste beslissing.
Een tweede risico is grote hagel. Een hagelkern is meestal zichtbaar op radarbeelden – en dus te ontwijken – maar soms vallen grote hagelbollen, die door stijgstromen in extreme stormen heel hoog worden meegezogen, aan de buitenrand van een supercel. Meer dan één chaser zag al een autoraam sneuvelen door grote hagelstenen. Als je de vallende hagelstenen weet te ontwijken, kun je nog altijd in een hagelspoor terechtkomen: een glad wit tapijt dat het landschap bedekt en waar bovendien soms een dikke laag verdampingsmist boven hangt.
Eén van de meest onvoorspelbare gevaren wordt door chasers zowel geliefd als verafschuwd: bliksem. Een garantie voor nachtelijke prachtplaatjes, dat wel, maar soms behoorlijk eng en niet ongevaarlijk. Aan de hand van de bliksemactiviteit en levensfase van een storm kunnen we het bliksemgevaar wel ongeveer inschatten, maar zelfs dan is een blikseminslag soms dichterbij dan gewenst. Ook hier is een dosis gezond verstand van goudwaarde: komt het spektakel te dichtbij, dan is het tijd om de veiligheid van een gesloten auto (kooi van Faraday) op te zoeken. Niemand heeft wat aan een prachtfoto als de maker ervan op intensive care belandt.
Beter voorkomen dan genezen
Los van alle meteorologische risico’s hebben we een eenvoudige maar heel belangrijke algemene tip: ga zo weinig mogelijk alleen chasen. Als je met twee bent, kan één persoon de lucht en radarbeelden in de gaten houden terwijl de chauffeur zich concentreert op de weg en het verkeer. Geraakt de chauffeur vermoeid, dan kan iemand anders bovendien het stuur overnemen. Nog een belangrijke: hou je altijd aan de verkeersregels – ook maximumsnelheden. Geen enkel onweer is het waard om te veel risico’s te nemen of om anderen in gevaar te brengen.
Wat het chasen zelf betreft, zijn de ACES-adviezen van de officiële Amerikaanse stormspottersvereniging een prima leidraad. ACES staat voor “Awareness, Communication, Escape Routes and Safe Zones” ofwel: “Oplettendheid, Communicatie, Ontsnappingsroutes en Veilige zones”. OCOV klinkt misschien wat minder hip dan het Engelse ACES, maar we gaan toch voor de Nederlandstalige versie.
Oplettendheid heeft vooral te maken met omgevingsbewustheid: schenk voortdurend aandacht aan waar je bent, waar je heen gaat, wat de gevolgen van jouw acties zullen zijn en wie daar eventueel mee de gevolgen van draagt.
Communicatie verwijst naar communicatie met teamleden, maar ook met andere chasers en zelfs met het publiek: laat weten waar je bent en waar je naartoe gaat.
Ontsnappingsroutes zijn superbelangrijk omdat ze je leven kunnen redden. Probeer daarom altijd te onthouden waar er bijvoorbeeld een nuttig kruispunt of een afrit was. Gps maakt dit tegenwoordig een stuk gemakkelijker, maar lost niet alles op. Let dus op plaatsen waar de weg gemakkelijk kan overstromen of waar bomen over de weg kunnen waaien, waardoor je route mogelijk afgesneden wordt. Hou in het bijzonder rekening met wegwerkzaamheden: ze kunnen immers voor ongepland maar levensbelangrijk oponthoud zorgen.
Veilige plaatsen worden vaak aan de ontsnappingsroutes gelinkt. Voor chasers betekent het begrip ‘veilige plaats’ vaak hetzelfde als een 180°-bocht maken en wegrijden van het gevaar. Kijk bij hevige regen of hagel uit voor bruggen of tankstations om onder te schuilen, maar schuil nooit onder een brug wanneer er mogelijk een tornado in de buurt is: een brug kan door haar trechtervorm het aanzuigeffect van een tornado nog versterken.
Wanneer het toch mis gaat
Ons besluit? Neen, stormjagen is op zich geen levensgevaarlijke activiteit, maar er zijn wel een paar potentieel gevaarlijke risico’s aan verbonden. Met gezond verstand, de nodige kennis, ervaring en training kunnen veel van die risico’s echter ingeperkt worden. Weet wat je kunt en niet kunt, ken je eigen capaciteiten en grenzen: dat is de algemene vuistregel. Een tornado zien is geweldig, maar in leven blijven is dat nog veel meer. In een onvoorspelbare omgeving als een onweer is voorzichtig zijn helaas nog geen afdoende garantie op veiligheid. En in een onvoorspelbare omgeving zoals een onweer kan één foute of risicovolle beslissing genoeg zijn om in een penibele situatie terecht te komen. Hierna volgen een paar van onze eigen ervaringen.
Ruben: “In mei 2017 of 2018 ging ik alleen chasen in de buurt van Huy. Riskant, ik weet het, maar op de weerkaarten voor die dag leek de kans op extreme weersverschijnselen eerder klein. Ik nam de E42, die parallel met de Maas loopt. De onweersbui die ik wou onderscheppen leek ten zuiden van de rivier te blijven, dus koos ik Tinlot als bestemming: volgens de laatste radarbeelden zou de bui ruim ten zuiden van dat stadje langskomen.
De weg naar Tinlot was wat je een ‘blinde chase’ noemt: omdat de Maasvallei in die regio erg bosrijk is, had ik lange tijd geen visueel zicht op de situatie, maar ook geen signaal om nieuwe radarbeelden te ontvangen. Toen ik eindelijk uit het bos kwam, zag ik een scène die nooit zal vergeten: een prachtige open weide, maar ook een intens groene, dreigende lucht, terwijl ik de eerste hagelstenen meteen zag naderen. Blijkbaar was de onweersbui al snel van haar oorspronkelijke pad afgeweken (het zogeheten ‘leftmoven’) in de richting van de Maas, terwijl ik er zelf zo goed als blind naartoe aan het rijden was.”
“Omdat diezelfde storm mijn heenweg afsneed, ben ik voor de eerste en enige keer in een hagelstorm terechtgekomen. Toen ik de auto langs de weg had geparkeerd, heb ik - niet helemaal vrij van schrik - stevig zitten vloeken: het kletteren van de hagel was een hels lawaai. Gelukkig waren de stenen slechts 1 tot 1,5 cm groot, waardoor een geblutst koetswerk me bespaard bleef. Maar een echte wolkbreuk was het wel, want iets verderop stond de een deel van de weg blank. Ik heb mijn lesje geleerd uit die ervaring: bij veelbelovende onweerssituaties chase ik zo goed als nooit meer alleen. En waag ik het toch nog eens, dan ben ik veel voorzichtiger en blijf ik in mijn eigen regio, waar ik alle wegen goed ken.”
Daan: “In 2017 kwam ik tijdens een chase in de Verenigde Staten onbedoeld op een tolweg terecht, waardoor verder rijden tot de volgende afrit mijn enige optie was, terwijl ik echt dringend een weg in een andere richting wou nemen. Die volgende afrit kwam nauwelijks op tijd om in heel spooky omstandigheden een tornado te ontwijken, zo bleek later uit de radar- en televisiebeelden. Het was angstaanjagend, want er was nauwelijks zicht, de auto schudde heen en weer door de wind en nu en dan vlogen de vonken van transformatoren van de elektriciteitsleidingen over de baan. Die kleine vergissing om een tolweg op te rijden had dus heel slecht kunnen aflopen, maar gelukkig kwam ik er met de schrik vanaf.”
Arne: “In 2013 volgden we ’s nachts een bijzonder actieve supercel op de route van Reims naar de Belgische Ardennen. De cel trok in noordelijke richting en we volgden een autosnelweg die er bijna parallel naast liep: alleen 80 km meer naar het noorden zou de autosnelweg een lange, flauwe S-vormige bocht maken. Afgaand op onze rijsnelheid, de ietwat beperkte radarbeelden (de KMI-radar voor het Belgisch-Franse grensgebied was tijdelijk buiten gebruik) en het traject van de onweerscel, zouden we de knik in de weg nog voor de bui bereiken. Helaas veranderde het onweer onverwacht een beetje van richting en door de krakkemikkige radarbeelden merkten we pas laat dat we er middenin terecht zouden komen. In de paar minuten die ons nog resteerden namen we de eerste de beste afrit, waarna we in het dichtstbijzijnde dorpje koortsachtig op zoek gingen naar beschutting voor de auto: een luifel, een tankstation, om het even wat. Helaas viel er in het pikdonkere gehucht niets bruikbaars te vinden, terwijl de regen stilaan overging in hagel. Toen we naast een haag wilden parkeerden om toch enige bescherming te hebben, raakte de onderkant van de auto ook nog eens een stenen trapje dat in de zachte berm verstopt zat. Gelukkig liep de auto geen schade op en werden de hagelstenen nooit groter dan anderhalve centimeter, maar de les was duidelijk: ’s nachts chasen is door het beperkte zicht altijd riskanter dan overdag. En als de beschikbare radarbeelden dan ook nog eens verre van optimaal zijn, is voldoende afstand houden de boodschap.
Comments